In juni 1988 zat Wiebren Veenstra rustig te vissen aan het Burgumermeer, in de veronderstelling dat hij een weekje rust had. Hij was immers niet geselecteerd voor de Tour de France. Maar toen hij thuiskwam, kreeg hij te horen dat hij was opgebeld. Hij mocht naar de Tour. Een ploeggenoot was uitgevallen en de reserves waren onbereikbaar. Uiteindelijk kwamen ze bij Veenstra terecht. Met een privévliegtuig van de ploeg vloog hij richting de eerste etappe. De ploegenpresentatie haalde hij niet, maar hij was ontzettend blij dat hij mee kon doen.
Een Droom die Uitkwam
Ondanks de abrupte voorbereiding begon de Tour voor Veenstra goed. In de eerste etappe kwam hij als vijfde over de eindstreep. ‘s Middags reed hij nog een ploegentijdrit, waarmee ze de derde plaats wisten te bemachtigen. Virtueel had Veenstra zelfs even de gele trui om zijn schouders. De wereldpers omcirkelde de Fries, maar die waren ook net zo snel weg als de volgende ploeg over de streep kwam en het virtuele geel weer opschuift.
Een Lastige Val
De eerste week ging verrassend goed, maar de droom was daarna snel over. Op de tiende en elfde dag viel Veenstra. Hij raakte te ver achterop en de Tour was op dat moment voor hem klaar. Ondanks de tegenslag, heeft Veenstra’s deelname aan de Tour de France het wielrennen in de omgeving van Harkema een boost gegeven. Het heeft de mensen op de fiets gebracht en bijgedragen aan een golf van enthousiasme voor de sport.