In 2014 vestigde zich een beverkoppel bij het Tsjûkemar, in 2017 kwam er één bij in de Makkumer Noordwaard. De Zoogdierenvereniging was enthousiast. Maar het bleef bij drie bevers.
In de jaren dat de eerste bever zich bij het Tsjûkermar ophield heeft hij een beverborg gebouwd van ongeveer anderhalve meter hoog en zeven meter breed, bestaande uit takken en veel modder. Elk jaar wordt de borg een beetje groter gemaakt, vooral in de winter. In de zomer zwerft hij over de Friese meren en laat overal zijn sporen achter; de bast en takken van zachte boomsoorten worden opgegeten en om daar bij te kunnen komen, velt hij soms een boom.
Geen plaag
De ‘Makkumer bever’ blijft meer op een plek, vooral langs de IJsselmeerkust in het natuurgebied van It Fryske Gea. Hij heeft geen borg gebouwd, maar een hol onder water. Omdat de waterkering heel breed is kan dat geen kwaad, maar mocht hij een meer kwetsbare plaats kiezen, dan wordt hij verjaagd.
In Drenthe bijvoorbeeld worden bevers vaak gezien als een plaag omdat ze daar voor schade zorgen. In Fryslân is dat nog niet het geval. Om Fryslân verschijnen steeds meer bevers en de Zoogdierenvereniging heeft hoop dat er in de provincie bevers bij komen.