De thuisbasis van Boppe Yn Fryslân is het prachtige landhuis Veenwijk. Hier hebben we ons met trots gevestigd en creëren wij nieuwe ideeën in de inspirerende omgeving van de bossen van Oranjewoud.
Landhuis Veenwijk
Veenwijk is een rijksmonument en werd in 1763 gebouwd voor Fokke Bienema en zijn vrouw Tetsje Epkes Roos. Fokke Bienema was apotheker aan de Lindegracht in Heerenveen en werd rijk als veenbaas (1728 – 1773). Hun zoon Epke Roos van Bienema (1767-1810) en diens vrouw Suzanna Bergsma uit Dantumawoude lieten Veenwijk in 1798 vergroten en verhogen. Achter het gebouw werd een heuvel opgeworpen, het Woutersbergje dat een prachtig uitzicht bood op de omgeving. Verder liet hij tussen 1807 en 1810 in het bos een grafkelder voor de familie bouwen.
Een deel van het interieur is bewaard gebleven: een diorama en muurdecoraties (eentje met jachtattributen en een met tekens van de Vrijmetselarij er op). Door erfenis kwam het in eigendom van Tjalling Menno Watse Baron van Asbeck (1795 – 1855), die in 1818 trouwde met Elbrig van Bienema (1796 – 1866). Een latere Epke Roos fan Bienema (1811-1901), de eigenaar van Herema State aan de weg tussen Heerenveen en Oudeschoot verkocht het rond 1847 publiek aan Jan Berends Wouters (1795-1873) die daarvoor nog op Jagtlust woonde.
Zijn dochter Julia Anna Margaretha (1829-1892) liet een nieuw Veenwijk bouwen. Haar vader Jan Wouters had bij testament bepaald dat iendien er geen nazaten meer zouden zijn, het gebouw niet tot fabriek mocht worden gemaakt om daar de armen van Oudeschoot te werk te stellen. Doordat Julia er in ging wonen verviel deze bepaling. Zij liet op haar beurt vastleggen dat na haar dood alle kapitaal aangewend diende te worden voor “ongehuwde behoeftige dames uit den fatsoenlijken en beschaafde stand”.
Deze stichting liet Veenwijk afbreken om op de fundamenten het huidige Veenwijk te bouwen in 1901. Het gebouw werd in Jugendstil opgetrokken in baksteen met sier- en kordonbanden. In 1902 wearden de eerste bewoonsters opgenomen.
Reageer